Dagje uit

In het open duingebied zie je liever niet te veel bomen. Ze belemmeren het uitzicht zelfs op het hoogste punt.
In het open duingebied zie je liever niet te veel bomen. Ze belemmeren het uitzicht zelfs op het hoogste punt.

Weer eens wat anders, een kudde herders. Vrijdag 7 november organiseert de Vereniging voor gescheperde kudden Nederland (VGSN) een contactdag in Bergen, Noord-Holland. Iedereen is welkom, mits lid van de vereniging. Er zijn heel veel herders, bijna herders, vrijwilligers, besturen van stichtingen en wat loslopend wild, zoals Berdien van Everdingen (LTO), Karen Eilers (Schuttelaar & Partners) en ik (Waar lopen de schapen?).

Wat verwacht jij, als je denkt aan een groep herders aan de koffie in het restaurant Duinvermaak? Veel wollen truien, baarden en stilte. Mooi niet. Het is een gezellige drukte, veel vrouwen, af en toe ook een kek kleedje en heel veel warmte. Ze kennen elkaar allemaal. Er zijn ongeveer 200 herders in Nederland en bijna de helft zit in de zaal. In het begin gaat het even  over de laatste nieuwe belangenvereniging. Nummer vier. Het kenmerk van een herder is: ‘Ik doe het liever zelf’. Daarom is het niet vreemd dat in deze beroepsgroep elke herder zijn eigen ‘partij’ opricht. De staatssecretaris gaat het moeilijk krijgen, want zij wil liever één aanspreekpunt voor de groep schaapherders.

Inmiddels is het gelukt om een praktijknetwerk te starten waarin een opleiding, een certificeringssysteem en een kennissite ontworpen worden. Herders en terreinbeheerders zijn er bij betrokken. Voor de herders is het fijn dat er op die manier erkenning komt voor hun beroep. En voor de terreinbeheerders helpt het om een verantwoorde keuze te maken.
Voor de opleiding wordt het wel spannend, want er is niet echt een hele grote markt voor jongeren die herder willen worden. Aan de andere kant is er wel heel veel behoefte bij herders aan goed en gedreven personeel. De meeste herders willen vast wel stageplaatsen creëren voor deze leerlingen. Dat is altijd een mooie opstap naar de toekomst.

Zelf ben ik een ‘nagekomen puntje’. Super leuk dat ik mijn boek ‘Waar lopen de schapen?’ mag presenteren aan zo’n grote groep herders. Veel spontane en enthousiaste reacties ontvangen op het boek. Misschien wordt het boek iets dikker dan ik van plan was.

’s Middags gaan de herders aan de wandel in de duinen van PWN rond de nieuwe schaapskooi. Een prachtig gebied dat Marijke Dirkson en Martin Orij (landschapsbeheer Rinnegom) met hun schapen beheren. De kudde wordt in tweeën gedeeld. Een deel loopt met Marijke mee en een andere groep loopt met een medewerker van PWN mee. Hij legt ons uit wat het effect tot nu toe is van de schapen op de flora en fauna. Het is een wankel evenwicht. Zonder schapen zou het duin vergrassen en weer bos worden. Schapen eten ook waardplanten en kunnen van alles vertrappen. De herder zorgt ervoor dat de schapen wat minder komen op plekken waar waardplanten staan of kwetsbare korstmossen. Onderweg komen we vrijwilligers tegen van de korstmossen vereniging (BLWG). Zij bekijken elk jaar het effect van het beheer met schapen op de bijzondere korstmossen in het duin. En ja, de schapen trappen ze kapot. De herder heeft een duidelijke taak! Ook verspreiden ze de korstmossen over het hele terrein. ‘Mooi’, denkt de leek. ‘Nee’, zegt de ecoloog: ‘dat maakt uniform dus saai’. Zo moeilijk is het dus om het goed te doen in natuurbeheer. Ik neem mijn petje af voor al die herders die zich hiervoor inzetten.

Dit verhaal komt niet in het boek. Het hoort bij de ‘making off’.  De verhalen van de herders van de Vereniging voor Gescheperde Kudden Nederland (VGSN) vullen het boek ‘Waar lopen de schapen?’ met foto’s van Suze Vonk.
Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen?’

One comment

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.