Vrijdag helemaal niets meegemaakt. Dat gebeurt vanzelf als je de hele dag aan het werk bent. Vastgeplakt aan het toetsenbord en het scherm. Het gekke is dat de dag dan wel omvliegt. Als het werk maar leuk is.
Ik vond het de afgelopen dagen eigenlijk helemaal niet zo leuk. Ik ben een boek aan het schrijven. Dat gaat niet zomaar. Gelukkig heb ik een leuk idee en vinden meer mensen dat. Ik hoef niet alles alleen te doen. We bedenken samen het doel en de doelgroepen voor het boek. Er moet een hoofdstukindeling komen en of ik die maar even wil maken op basis van alle onderwerpen die we bedacht hebben. Ik dacht dat het heel makkelijk zou zijn, maar het valt tegen. De onderwerpen zijn zo verschillend. In zwaarte en in vorm. In het zelfde rijtje staan natuurbeheer en slowfood. Het heeft met elkaar te maken, maar het lijkt meer een vergelijking van appels en peren. Appeltje eitje voor een inwoner van de Betuwe. Niet dus. Ik loop al de hele week te broeden. Gelukkig is er genoeg afleiding. Leuke telefoontjes. Schilderen. Allemaal oversprong gedrag.
Twee middagen achter elkaar schrijf ik hele vellen vol met schema’s en matrixen om te kijken of er een logische structuur is te maken. Alpha en Beta gaan een ongelijke strijd aan. Gelukkig wint Alpha dit keer. Ik vind een metafoor om de thema’s te vangen. Ik wordt er helemaal vrolijk van. Natuurlijk is het niet ineens af, maar ik heb nu wel in tien minuten de hele inhoudsopgave op een rijtje. Nu maar hopen dat de rest van de meedenkers het ook leuk vinden. Anders begint het hele proces weer opnieuw.
Misschien niet heel toevallig, in een boek over herders, maar mijn metafoor is een schaapje. Schapen maken me altijd vrolijk. Ik hoop anderen ook.
Dat geeft ook weer inspiratie om te schilderen. Een schaap natuurlijk.