Op zoek naar een zeldzaam bloemetje

Het klinkt zo gemakkelijk. ‘De schapen lopen ergens tussen Landsrade en Slenaken.’ Dat moet toch te vinden zijn? Rond twee uur zijn de schapen daar. We hebben nog genoeg tijd om iets te eten. Zou er wel iets open zijn? Dit weekend is het Pasen, dus er zal vast genoeg open zijn. Het eerste terras dat we zien, wordt onder handen genomen met de hogedrukspuit. Gelukkig, het terras is wel open en we eten een tosti. Dan gaan we echt op pad. Inderdaad zien we nog veel meer terrasjes. Die zijn wel al klaar voor het naderende Paasweekend. Elk huis met een beetje tuin heeft een terras en is open voor publiek. Hoezo toeristisch?

We begrijpen wel dat deze streek veel toeristen trekt. Glooiende heuvels, kronkelende weggetjes, lieflijke dorpjes. Maar geen schapen. We rijden wat rondjes rond Slenaken en stappen af en toe uit om echt in een dal te kunnen kijken. Dankzij de routeplanner komen we steeds weer terug op dezelfde plek. Maar we zien geen schapen. Zouden ze dan toch net achter die volgende heuvel lopen? We hebben gelukkig ook het telefoonnummer van de herder. Hij vertelt ons dat ze net op pad gaan en bij de golfbaan in Landsrade staan. Daar rijden we naartoe. Een deel van de route hadden we eerder al verkend. Niet ver genoeg dus. Maar ook bij de golfbaan zien we geen schaap. We parkeren de auto en luisteren.

Horen we ze? We weten het niet zeker. We zien niets. Toch maar weer heuvel op – nu lopend. Voor de zekerheid nemen we de fotocamera mee. Het doel is om een zeldzame bloem op de foto zetten en we hebben de herder nodig om die bloem te vinden. En inderdaad. Voor we de schapen zien, horen we ze al. Veel geblaat. Heel veel schapen groeperen zich, klaar om op pad te gaan naar Slenaken. Voor en achter een herder met een hond. Langzaam zet de stoet zich in beweging. Het is een machtig gezicht, al die schapenkontjes. Maar echt relaxed lijkt het niet. Vlak achter ons rijdt een grote vrachtwagen. Die wil er langs. De volgende twintig minuten rijdt hij langzaam achter de kudde hopend op een kans om in te halen.

Schapen in de weg.
Schapen in de weg.

De schapen lopen al etend en blatend in een grote groep achter de herder aan. Of is het voor de herder uit? Duidelijk is dat ze eigenlijk vooral bij elkaar willen blijven. Ooien of lammeren die wat te lang blijven grazen, worden door de hond of door de herder opgejaagd. Het is wel de bedoeling dat alle 500 schapen straks in Slenaken aankomen. We vragen de herder hoe lang het ongeveer duurt voor we op de weide zijn waar de zeldzame bloemen voorkomen. ‘Zo’. Hij bedoelt: ‘We zijn er zo’. En inderdaad, drie kwartier later zijn we op de heuvel waar de schapen weer vrij mogen grazen. Wij hebben dan dik een uur achter de kudde aangelopen en genoten van het avontuur. Want dat is het. Mensen die toevallig op de weg zijn waar de kudde langskomt, blijven staan. Met de auto of de fiets moet dat ook wel. Je kunt onmogelijk doorrijden. Wandelaars lopen een stuk mee. Toeristen die net zijn gearriveerd in hun vakantiehuis staan aan de straat te kijken. Echt iedereen lacht als ze de kudde zien. Behalve dan toch die ene vrachtwagenchauffeur. Hij is aan het werk. En de herder ook. Het is hard werken om de hele kudde veilig door het verkeer te loodsen.

En dan zijn we op de heuvel waar de zeldzame bloemen staan. Gelukkig hebben we even op internet gekeken waar we naar moeten zoeken. Nou ja zoeken. Het mag dan een zeldzaam bloemetje zijn, dat is dankzij de begrazing met schapen op deze heuvel niet echt meer zo duidelijk. Honderden gulden sleutelbloemen bloeien er. Voorzichtig, niet vertrappen. Ze staan wel op de rode lijst van beschermde soorten!

Op de rode lijst.  Zeldzame gulden sleutelbloem.
Op de rode lijst.
Zeldzame gulden sleutelbloem.

Ten slotte wandelen we weer terug. Dezelfde weg die de schapen liepen. We hebben niet zo goed opgelet. Het was veel te leuk om te zien hoe de hond aan het werk was om de schapen bij elkaar te houden. Toch is het niet moeilijk om de weg terug te vinden. Overal zien we sporen van de kudde. Platgereden poep, schapenwol aan het prikkeldraad en afgevreten fluitenkruid langs de weg. We genieten van ons mooie Limburg.

Dit is een verhaal uit het boek ‘Waar lopen de schapen?’ met foto’s van Suze Vonk. Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen’