Authentieke herders in Drenthe

herders samen op pad
Traditionele, authentieke of moderne herders

Authentiek als geuzennaam

Wat direct opvalt als wij als bezoekers mogen aanschuiven bij de herderdag van de Vereniging Gescheperde Schaapskudden Nederland in november 2015 is de ontspannen sfeer. Herders uit alle windstreken genieten samen van een educatieve dag bij de herders van Balloo in Drenthe. Het is niet altijd zo gezellig met herders onder elkaar. In het relatief kleine herderwereldje zijn vier verschillende belangenbehartigende organisaties actief. Dat zou geen probleem hoeven te zijn. Maar dat is het wel, want er is discussie over de definitie ‘authentieke’ herder en wie de enige echte vertegenwoordiger is van deze authentieke, traditionele herder. Vandaag merken we daar gelukkig weinig van. Het lijkt wel of er iets veranderd is, want vertegenwoordigers van alle gezindten zitten gebroederlijk bij elkaar.

De dag is goed gevuld

De herders zijn begonnen met de algemene ledenvergadering en wij schuiven aan als ze daar mee klaar zijn. Voor de lunch zijn er drie sprekers en ’s middags krijgen we een rondleiding op het Ballooërveld.

Geschiedenis van het Ballooërveld

De eerste spreker, Benno Strootband, vertelt over de oorspong van Balloo en het gebied er omheen. Balloo ligt op een van de uitlopers van het Drents plateau dat in de ijstijd is gevormd. Het is een wonder dat het gebied behouden is gebleven en er relatief weinig verloren is gegaan van het authentieke landschap. Dat is dankzij Defensie, die het gebied lange tijd gebruikt heeft als oefenterrein. Menig herder zou willen dat er zoveel tijd, aandacht en onderzoek in zijn terreinen wordt gestoken.

Onderzoek toekomst van de herder

Raymond Schrijver van Alterra is de tweede spreker. Dankzij de inzet van het gilde (jawel, één van de vier) doet Alterra onderzoek naar de toekomst van de herder. Sorry, de toekomst van de authentieke herder. Raymond Schrijver somt op welke eigenschappen een authentieke herder karakteriseert. Opvallende aspecten zijn het gebruik van zeldzame huisdierrassen en het zo min mogelijk netten zetten. Is dat nu echt de kern van het herdervak? Gelukkig is het een echte onderzoeker en brengt hij direct nuances aan. Het belangrijkste is dat de herder landschapsbeheer doet door op pad te gaan met de kudde.

Precies 100

Het verhaal van Raymond is nogal omvangrijk en daardoor wat onsamenhangend. Zo heeft hij ook onderzocht hoeveel herders er zijn in Nederland. Met gegevens over het aantal houders met schapen en schapenhouders met grond in natuurgebieden komt hij op ongeveer 100 houders. Heel toevallig is dat ook het aantal waar ik op uitkom na inventariseren op Google en e-mailen met herders (zonder subsidiegelden).

Marktwerking ontbreekt

Zijn onderzoek levert zeker ook een belangrijke bijdrage aan de toekomst van het herdervak. Raymond laat zien dat in de praktijk van natuurbeheer en gescheperde kuddes eigenlijk geen sprake is van marktwerking. Er zijn veel te weinig vragers. Het is dus vreemd dat terreinbeheerders, natuurbeschermers en andere landeigenaren met open aanschrijving werken. Dat kan alleen maar leiden tot prijsconcurrentie onder de aanbieders. En dat gaat ten koste van de kwaliteit. Oftewel, waarom zou een goedlopende relatie tussen terreinbeheerders en herder niet langdurig kunnen worden voortgezet? Alleen als er gegronde redeneren zijn om een contract op te zeggen en gezocht wordt naar nieuwe herders is aanbesteden opportuun. Dat zou heel veel rust geven onder de herders.

Het blijft spannend

Jammergenoeg is het nog niet helemaal zeker of dat ook de conclusie wordt van het rapport. Economen houden van vrije markten en goochelen graag met cijfers. In een recent onderzoek in Brabant bedacht Raymond dat herders gewoon met grotere kuddes moeten gaan hoeden. Op die manier zijn de kosten lager. Lager? Misschien per schaap. Maar een echte oplossing biedt het niet, omdat de opbrengsten niet stijgen.

Verhaal van een echte herder

Erich Rhöse is de laatste spreker en ook hij heeft een visie op het herdervak. Erich heeft altijd een heel duidelijke en vooral kritische mening. De zaal houdt zijn adem in. Erich begint direct goed. Een echte authentieke herder is natuurlijk de herder van vroeger. Op dertienjarige leeftijd met de kudde op pad en na twee jaar zelfstandig de bergen in. Zo is hij ooit begonnen en zo waren er veel meer herders die op trektocht met de schapen van Nederland naar Parijs trokken en maanden op pad waren. Slapen in hooibergen of tussen de schapen. Geen cent te makken. De schapencompagnie verkocht de schapen op markten in Parijs. Het zuurverdiende geld werd verbrast op de place Picalle en berooid en ruziënd trokken de herders weer op huis aan. Zo willen we het natuurlijk niet.

Hollandse herder

Vervolgens laat Erich in mooie beelden ziet hoe het wel moet. Het is hard werken, maar door gericht hoeden bereik je mooie resultaten. En Erich predikt dat de enige echte geschikte hond voor een herder de  Altdeutscher Hütehund is. In Nederland is dat de Hollandse herdershond. Wel jammer dat dit ras in Nederland zeldzaam is. Het zijn mooie honden, maar de populatie is klein en het ‘hoed’gedrag moet weer helemaal terug gefokt worden. Daar gaan wel wat generaties overheen. De meeste Nederlandse herders werken met Bordercollies. Volgens Erich totaal ongeschikt. Gelukkig zijn de meeste herders het daar wel overeens: met welke hond ze hoeden, maken ze zelf wel uit. Zonder daar verder ruzie over te maken. Ik hoop dat de herders in de toekomst zo met alle verschilpunten omgaan: met respect voor elkaars mening je eigen pad volgen.

Op de grote stille heide

’s Middags lopen we in het mooie gebied van de herders van Balloo, Marianne en Albert Koopman. Kees van Son, de boswachter, laat ons zien we wat een echte grote stille heide is. Als we heel stil zijn horen we wel autoverkeer zachtjes op de achtergrond. Maar je voelt ook rust en ontzag door de uitgestrektheid. De boswachter verteld dat we op de eeuwen oude karrensporen staan. Ooit was dit de enige  verbindingsweg  tussen Coeverden en Groningen. Toen belangrijke steden. Het is echt een mooi gebied. Tenslotte borrelen we met heerlijke schapenworst en lamsham. Een gastvrij onthaal.

Nabrander
In de week na de landelijke herderdag zoekt het Gilde de media op met een nieuwe site en een actie ‘help de herder de winter door’. Een valide actie. Natuurlijk. Maar in alle rumoer wordt er veel negatiefs geroepen en concluderen de media dat er sprake is van oorlog op de heide. Gelukkig houden de meeste herders het hoofd koel. Probeer samen op te trekken zonder negatieve verhalen. Alleen dan heeft een moderne herder toekomst. Authentiek of niet.

Een herder is geen museumstuk

Herder is een prachtig beroep en dat moet behouden worden voor de toekomst. Dat is een van de redenen waarom ik het boek Waar lopen de schapen? schrijf. Ik ben niet de enige die dat vindt en daar actief mee bezig is. Er is zelfs een heel project ‘Schapen voor natuur’ opgezet door de Landelijke Werkgroep Professionele Schapenhouders, de Vereniging Gescheperde Schaapskudden Nederland, de vakgroep Schapenhouderij van LTO Nederland en het advies- en communicatiebureau Schuttelaar & Partners om de professionaliteit van herders te verbeteren.

Toch kan het blijkbaar altijd beter, want een aantal herders heeft iets nieuws opgericht. Een Gilde. Het Gilde wil nieuwe herders laten opleiden door oude herders, net als de meesters met hun knechten uit de middeleeuwen. Het klinkt fantastisch, maar het is niet echt heel nieuw. De herders die nu in Nederland rondlopen, zijn meestal ook bij een ander in de leer geweest. De herders in mijn boek vertellen er graag over.

Wellicht dat meespeelt dat het Gilde veel meer wil dan alleen herders opleiden. Ze willen ook meer samenwerking tussen herders bevorderen. (Hmm. Waarom lijkt het dan alsof deze herders zich afzetten tegen andere herders?)  En verder de krachten bundelen bij de verkoop van vlees en wol en het verwerven van opdrachten. Eerlijk gezegd vind ik dat ;aatste een goede zaak. Het is als herder met de lange, fysiek zware werkdagen bij de kudde nog niet zo gemakkelijk om je bedrijf op alle fronten evengoed te regelen. Het werk met de schapen in de natuur is het allerbelangrijkst, maar echt beleg op je boterham verdienen kan alleen als je ook een goede prijs krijgt voor vlees, wol en nevenactiviteiten als coaching of workshops. Het is niet elke herder gegeven om op al deze onderwerpen even goed te scoren. Daarin samenwerken is een goed plan dus.

Bijzonder is dat een van de voorwaarden is dat de kudde moet bestaan uit een zeldzaam Nederlands heideras of Mergellanders. Veel moderne herders hoeden met echte heiderassen of Mergellanders, omdat deze rassen het meest geschikt zijn om op de schrale natuurterreinen te hoeden. Een overbodige eis dus of gewoon goed nieuws? Helaas voldoen lang niet alle schaapkuddes aan de strenge eisen van de stamboeken voor deze rassen. Dat is dan meteen een mooie opdracht aan de voorzitter van het gilde, Geert Boink. Hij is ook voorzitter van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen en zijn inzet zou moeten zijn om de grote populatie heideschapen ook onder te brengen in de stamboekpopulaties.

Ik hoop alleen niet dat de authentieke herder gezien wordt als een museumstuk. Als je de eis voor een zeldzaam ras doortrekt naar authenticiteit en cultureel historische waarde, dan vrees ik het ergste. Is het dan de bedoeling dat de Nederlandse Kempen alleen nog maar in de Kempen grazen? En de Drenten in Drenthe? Dat zou dan erg jammer zijn voor de prachtige duingebieden in Zeeland, Zuid- en Noord-Holland waar nu Kempen uitstekend werk verrichten.

Best wel bijzonder dat aan Waar lopen de schapen?  herders van allerlei pluimage meewerken. Ik ben trots op alle 13, want authentiek zijn ze allemaal.