Bikkebikkebikke

Dat betekent zoiets als ‘alle schapen verzamelen’. Jan Kaljouw hoeft eigenlijk niet eens te roepen. De schapen hebben de ruige gebieden van de golfclub van Domburg kaal gegraasd en willen graag op pad naar het Duin aan de andere kant van het stadje. Het wordt een mooie wandeling, dwars door de stad en de duinen en langs de zee. We zijn met zijn vieren, de herder, Annemarie, zijn vrouw, Sophie, de stagiaire, en ik. De honden, Meggie, Jim en Cap doen echter het meeste werk. Zij zorgen ervoor dat er geen schaap afdwaalt of achterblijft. De kudde zet zich in beweging en het lijkt wel of de dames haast hebben. Jan en ik worden bijna vooruit geduwd. Dat is echter over als er meer begroeiing is langs de weg. De bermen en de hagen van de tuinen smaken goed en het tempo van de kudde vertraagt.

Het vakantieseizoen is voorbij. Ondanks de mooie nazomerdag is het niet druk. Achter glas zitten nog wel wat toeristen. Ze kijken met verbaasde blikken boven hun ontbijt naar de grote groep voorbijgangers. Schapen in de stad zie je niet elke dag. Dat geldt ook voor de wandelaars die we tegen komen. Ze pakken allemaal direct een camera of  mobiel om de dames op de foto te zetten. De meeste mensen hebben een hond bij zich. De honden vinden het meestal wat minder leuk. Één schaap kan nog, maar 350 van die vierpotige dames van dichtbij zijn aardig imponerend. Terwijl de schapen elke keer weer erg onder de indruk zijn van vreemde honden. Ze durven er bijna niet langs. Het zou wel prettig zijn als wandelaars zich dat realiseren en niet midden op de weg blijven staan.

Jan geniet zelf het meest van de wandeling. Hij wijst me op het mooie uitzicht. Op het hoogste punt van het duin zien we een zee van schapen met op de achtergrond de zee. We wandelen ook door het duin van een mevrouw. In dat deel van de duinen mag iedereen vrij over het pad, maar wel zonder dieren. Voor de kudde schapen wordt gelukkig een uitzondering gemaakt. De schapen hebben ondertussen wel door dat we naar groenere weiden onderweg zijn. Ze staan bijna te trappelen als het hek aan het eind van het privé-duin niet snel genoeg wordt opengedaan. Leuk voor de foto.

De schapen kunnen bijna niet wachten. Maar het hek is dicht, dus ze moeten wel.
De schapen kunnen bijna niet wachten. Maar het hek is dicht, dus ze moeten wel.

Aan het eind van de ochtend komen we in het Oranjezongebied van de Stichting Het Zeeuwse Landschap. We worden verwelkomd door een paar herefords en een groepje donkere shetlanders. De grazers lopen vrij in het grote gebied, maar zijn blijkbaar ook blij dat er wat leven in de brouwerij komt. De kudde spreidt zich direct uit over het duin. De herders leiden ze naar de plek waar de vogelkers struiken zijn aangepakt. De schapen snappen dat heel goed en vreten direct de blaadjes van de nieuwe uitlopers van de vogelkers op. Die smaken vast veel lekkerder dan de rest van de schrale begroeiing.

Nu is er pas echt rust in de kudde. Ze lopen hun bek achterna. Tussen alle vale kleuren van het duin vallen de schapen op. Vooral door de strepen op hun rug. Geel, oranje, rood, groen, het is een vrolijk gezicht, al die gekleurde kontjes. Half augustus komen de rammen in de kudde en dan hebben ze een dekblok om met krijt. De rammen krijgen eerst een lichte kleur om. Na ongeveer 11 dagen komt er een andere kleur onder. Zo kan de herder precies zien wanneer de ooien zijn gedekt. Dat is in de winter handig bij het indelen van de drachtige ooien in groepen om te werpen. Sommige herders werken met dekgroepen. Dat betekent dat ze kleine groepjes ooien die allemaal ongeveer dezelfde dagen werpen in één groep zetten. Deze herder heeft ze liever niet allemaal tegelijk aan het werpen in één groep. Als er dan een lam verloren loopt, weet je niet van welke ooi het is. Voor schapenhouders met kleine fokgroepjes kunnen de kleurtjes ook handig zijn als je meer wilt weten of een bepaalde ram genoeg dekt (staan er genoeg streepjes met zijn kleur) en of de ram werkelijk vruchtbaar is. In het laatste geval is de ooi na de eerste keer niet drachtig en komt er nog een streepje in een andere kleur bij. Jochem Myjer legt uit hoe het zit.

Tsja, het liefdesleven van een schaap is niet bepaald privé.

In deze tijd van het jaar vallen de kleuren van de schapen op.
In deze tijd van het jaar vallen de kleuren van de schapen op.

Dit is een verhaal uit het boek ‘Waar lopen de schapen?’ met foto’s van Suze Vonk.
Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen’

Als je iets start vanuit passie en je wens, dan wordt je droom realiteit

Marijke Dirkson was niet van plan herder te worden. Tenminste, niet toen ze als kind op de boerderij rondliep van haar oom. Ze was wel gek op de schapen en had heel graag meer gedaan op de boerderij. Als haar oom vroeg: ‘Voor een euro mag je voelen’, dat wil zeggen, voelen of de lammeren goed liggen voor het werpen, durfde ze niet. Achteraf vond ze dat gek: ‘Mijn ouders stimuleerde me enorm en maakte geen onderscheid, maar toch leek het of de vraag niet voor mij bedoeld was’.

Misschien heeft dat juist wel de doorslag te geven om na de Havo te kiezen voor een praktische opleiding. Groenbeheer, een dag naar school en vier dagen buiten aan het werk. De 16-jarige Marijke verricht alle groene werkzaamheden in de duinen en voelt zich met haar motorzaag in haar element. Als ze de opleiding af heeft, wil ze toch meer weten. Ze gaat op zoek naar een studie die zowel praktisch is, als meer achtergronden geeft over de organisatie van de groene natuur in Nederland. De STOAS biedt een brede pedagogische opleiding: ‘vakmanschap, meesterschap, ondernemerschap’, waar ze alle kanten mee op kan. Als ze klaar is, kan ze direct bij Staatsbosbeheer aan de slag als boswachter voorlichting. Een uitdagende baan en een mooie kans om alle kanten van het promoten van de natuur te leren kennen. Ze ontwerpt allerlei voorlichtingsactiviteiten en ontwikkeld lesprogramma’s. Ze schrijft zelfs een kinderboek ‘Met de boswachter op pad’, om ook kinderen te laten zien wat een boswachter allemaal meemaakt in het bos. Als boswachter kom je in contact met allerlei mensen die betrokken zijn bij de natuur, publiek, vrijwilligers, vakgenoten, landschapsbeheerders en bestuurders. Eigenlijk is dat voor een herder precies zo.

Als Marijke hoort dat er plannen zijn om in haar geboortestreek een schaapskooi te bouwen, gaat ze op zoek naar een baan dichter bij huis. Ze solliciteert bij het Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN) waar ze start als boswachter voorlichting en vervolgens in het Bezoekerscentrum De Hoep als educatief medewerker. Ze zet educatieve programma’s op, stuurt vrijwilligers en flexwerkers (weekendstudenten) aan en regelt de inkoop van de winkel. De PWN wil ook graag met schapen aan de slag en Marijke wil dat graag organiseren. Het bedrijf wil het echter niet in eigen beheer organiseren, maar samenwerken met een ondernemer.

Marijke heeft al tijdens haar studie een paar schapen omdat er toevallig een stukje gras over is bij het bedrijf van haar schoonvader. Het aantal schapen breidt langzaam uit, afhankelijk van de grond die beschikbaar komt. In de tijd dat ze start bij PWN, probeert ze zelf natuurgronden te beheren. Ze koopt een hond die haar daarbij kan helpen en gaat op cursus in Engeland. Eenmaal thuis tussen haar Texelaars valt het nog steeds niet mee,  Texelaars zijn geen ideale schapen om mee te hoeden.

In 2010 kan Marijke het aantal schapen uitbreiden als de gemeente Bergen beheerders zoekt voor een polder in een overgangssituatie. Op zoek naar geschikte schapen komt ze herders tegen die werken zoals zij het zou willen. Schapen inzetten bij het natuurbeheer met respect voor zowel natuur, dier als mens. Als ze zich als boswachter meldt bij de Wassum is ze direct welkom om te komen praten. Voor Marijke een belangrijke stap. Nu heeft een netwerk gevonden om meer te leren over natuurbeheer met schapen en om mee samen te werken. Ze richt samen met haar partner het bedrijf ‘Landschapsbeheer Rinnegom’ op. Het bedrijf is genoemd naar de oude naam van de streek waar het is gevestigd. Dan is ze een geschikte ‘ondernemer’ voor PWN en kan ze aan de slag. De boswachter is herder geworden in haar eigen geboortestreek.

Als in 2014 de schaapskooi wordt geopend door het waterleidingbedrijf PWN maakt de kudde van Landschapsbeheer Rinnegom daar een onderdeel van uit. Een deel van de schapen van Marijke overnachten er na het grazen in de duinen. Marijke vind het bijzonder dat het natuurbehoud en schapenbegrazing zoveel draagvlak in de omgeving hebben dat het mogelijk is om een schaapskooi te bouwen. Ze geniet ervan. De kooi is vooral gericht op uitleg, educatie en promotie van natuurbeheer. Het vraagt heel andere capaciteiten dan het schapenbegrazingsbedrijf en is een belangrijke etalage voor het bedrijf.

Marijke vertelt zoals altijd vol passie over haar bedrijf.
Marijke vertelt zoals altijd vol passie over haar bedrijf.

Marijke vertelt zoals altijd vol passie over haar bedrijf.

Dit is een verhaal uit het boek ‘Waar lopen de schapen?’ met foto’s van Suze Vonk.
Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen?’