Wol is hot – agenda

Iemand die mij kent, kan er niet meer omheen. Het gespreksonderwerp is schapen en alles wat daarmee samenhangt. Schapenhoeden, herders, honden, natuurgebieden, lammetjesdagen, lamsvlees…. ik raak er niet over uitgepraat. Ik schrijf niet voor niets een boek!

En nu ineens is er ook heel veel wol om me heen. Voor de Dag van het Schaap organiseer ik het wolplein. Leuke producten verkopen deze mensen – vaak zelf gemaakt. Op Facebook merk ik dat veel mensen op zoek zijn naar wol, terwijl de herders het soms aan de straatstenen niet kwijt raken. Wat een verspilling!

Ik probeer linkjes te leggen tussen de schaapherders en de wolbe- en verwerkers.
Eerst maar eens proberen om een agenda te maken van alle wolfeestjes die er aan komen. Scheerdersfeesten en fairs rond wol: allemaal even leuk voor een dagje uit en zeker een aanrader als je meer wilt weten over deze bedrijfstak.

Heb je zelf een feestje met schapen en wol en sta je er niet bij? Laat dat dan weten, dan voeg ik het toe. Dankzij de lijst van Janneke Plomp in de Wol en Vilt groep is mijn lijstje snel gegroeid! En als je alvast een keer wilt zien hoe dat ook weer gaat, schapenscheren, lees dan dit blog.

20 juni schaapscheerdersfeest Holtinger schaapskudde Havelte
20 en 21 juni Schapenscheerdersfestival en Wolfeest bij de herders van Balloo
21 juni Voorlezen uit Waar lopen de schapen? in Gouda Met een beetje wol voor de sfeer…
21 juni schaapscheerdersmarkt Rheden
26 juni 27 juni 28 juni farm en countryfair Aalten daar ben ik zelf bij (misschien)
27 juni Schapen gaan uit de wol in Almere
27 juni Schapen scheren van de Edese Schaapskudde
4 juli schaapscheerdersfeest Elspeet
6 juli schaapsscheerdersfeest Orvelte
12 juli Schapendag Odiliapeel
komen er vast nog veel meer bij….

Na het scheren springt de Schoonebeeker een gat in de lucht.
Na het scheren springt de Schoonebeeker een gat in de lucht.

Meer over het boek? Kopen kan nu al (!).

De dames krijgen een nieuw kapsel

Schapen scheren is een vak apart. Het lijkt zo simpel als je de Australische scheerders Simon en Scott in de weer ziet met de schapen van de kudde van Wylde Weide in het Fochteloërveen. Ze klemmen een schaap tussen de knieën en scheren eerst de buik (met weinig wol), de billen en de staart. Dan zetten ze het dier op zijn inmiddels kale kont en scheren ze de rug van de kop naar de achterkant. Bij de laatste halen van de scheerder komt het schaap weer op haar pootjes en rent er vandoor zodra de scheerder het toelaat. En dat in twee minuten.

Simon en Scott hebben het vak jong geleerd in Nieuw Zeeland, door dagelijks schapen te scheren. In hun periode in Duitsland en Nederland werken ze vaak zeven dagen per week van ’s morgens half acht tot ’s avonds half acht. Voor de Wylde Weide scheren ze alle kuddes, zo’n 1400 schapen, in tweeënhalve dag. Met de hulp van de Australische powergirl Jenny. Ze propt de wol in de zakken, klimt er op om ze aan te stampen en zorgt ook nog voor een gestage aanvoer van schapen naar de scheerders.

Leuke baan. Springen en gillen om de schaapjes in de fuik te jagen. Op zo’n zomerse dag als vandaag wel een warm werkje. De schapen werken niet echt mee, hebben duidelijk geen zin in een scheerbeurt. De drukte en het lawaai op de scheerplek is een contrast met de rust in de Friese natuurgebieden waar ze meestal lopen.

Simon en Scott leveren puik werk af. Na elke scheerbeurt loopt er een slanke ooi weg en blijft er een vacht achter, die een mooie, grote deken vormt. Als je de vacht uitrolt, zie je grote verschillen in kwaliteit van de wol. De schapen van de Wylde Weide zijn van de rassen Kempisch heideschaap, Schoonebeeker en Veluws heideschaap en kruisingen met Suffolk. De verschillen zie je terug in de kleuren, de fijnheid van de wol en het al of niet voorkomen van haren aan de bovenkant.

Marjan Deenen is er vandaag bij om de mooiste vachten uit te zoeken voor haar viltkunst en workshops in haar atelier DeenenDingen. Mooi aaneengesloten wol die nog niet vervilt is. Ze heeft een voorkeur voor de Schoonebeeker vachten met grijze en blauwe tinten en grove haren aan de bovenkant. Volop keus uit 300 vachten. Marjan ontwikkelt met Diederik een nieuw arrangement voor een leuke dag uit: met de herder de hei op en vilten op locatie.

Als de eerste 200 schapen zijn geschoren is het pauze en is er tijd om even te praten met de drie harde werkers. Simon en Scott zijn drie maanden in Europa om in Duitsland en Nederland schapen te scheren. Jenny is een bekende van Scott en verdient een extra zakcentje om haar Europese vakantie te betalen. De laatste twee weken hebben ze vrij. Nee, dan gaan ze niet samen op pad. Ze zoeken alle drie een andere plek om nog even feest te vieren voor ze terug reizen. Dan hebben ze wel lang genoeg op elkaars lip gezeten. Terug in Australië scheren Simon en Scott vrolijk verder en gaat de Jenny weer op zoek naar een baan als lerares.

Schapen zijn echte kudde dieren. Als de eerste schapen zijn geschoren willen ze zo snel mogelijk weer terug naar hun vriendinnen. Ook al staan die ‘enge’ scheerders met die gillende keukenmeid ertussen, ze proberen op allerlei manieren weer in terug de groep te komen. Pas als er een handjevol schapen zijn geschoren en het groepje weer op een kudde begint te lijken, lopen de net geschoren schapen de goede kant op. Dan zie je ook het verschil in karakter van de Kempen, de Veluws heideschapen, de Suffolks en de Schoonebeekers. Ze zijn allemaal blij als ze aan de handen van de Australische scheerders ontsnappen en zoeken snel hun kale vriendinnetjes op. Onder het lopen schudden ze zich helemaal uit: tot en met de staart. Het lijkt wel of ze even kwispelen. De Schoonebeekers laten echte blijdschap zien en springen soms meer dan een meter in de lucht.

Wil je liever luisteren? Dat kan ook. Druk op het pijltje.

Dit is een verhaal uit het boek Waar lopen de schapen? met foto’s van Suze Vonk.
In het boek vertellen herders over hun vak en de eigenwijze aanpak die ze daarbij kiezen. Kom genieten van hun werk, zodat dit beroep ook voor de toekomst wordt veiliggesteld. Het boek met verhalen en sfeerbeelden komt dit voorjaar uit.

Wil je op de hoogte gehouden worden? Schrijf je dan in op onze Facebook-pagina of abonneer je op de nieuwsbrief. Je kunt het boek bestellen (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen’

Een schaap is een schaap

Na het scheren springt de Schoonebeeker een gat in de lucht.
Na het scheren springt de Schoonebeeker een gat in de lucht.

Dat zou je toch denken. Maar zo simpel is het niet. Texelaars zijn schapen die vooral erg veel spieren hebben. ‘Waddengoud’, noemen ze het op Texel en de Texelaars zelf vinden dit het lekkerste vlees van de hele schapenwereld. Mooi zijn ze niet echt. Er zijn mensen die Texelaars vinden lijken op varkens. Meer vierkant dan rond…

Er zijn heel veel soorten schapen die bekend staan om hun ‘sterke’ spieren. Zo is de Rouge de l’Est enorm indrukwekkend, maar door die vreemde kale kop niet echt moeders mooiste. De Suffolk is ook een echt vleesschaap. In het landschap een mooi beeld dankzij de donkere kop. De meeste schapen hebben een duidelijk te onderscheiden uiterlijk en veel daarvan lopen wel ergens in Nederland (zie: Vereniging voor Speciale Schapenrassen).

De meeste herders die schapen hoeden in de natuurgebieden, kiezen voor rassen die rank en slank zijn. Op één dag moeten de schapen heel wat kilometers afleggen en ze moeten alle soorten groen kunnen verteren, niet alleen mals gras. Juist dat vele wandelen levert heerlijk vlees op, maar het is niet zo veel. De schapen zijn immers veel ranker. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn. Meestal wordt een deel van de schapen gedekt met een Suffolk of iets anders vlezigs. De lammetjes brengen dan meer op, omdat ze groter en steviger zijn en de meeste slagers meer willen betalen voor het vlees. Dat laatste is eigenlijk wel een beetje onzinnig. Vlees van een Kemp of een Drent is net zo lekker als van een Texelaar of ander vleesras. Het is maar net waar je van houdt. De smaak wordt meer beïnvloedt door de voeding, de wijze van slachten en de behandeling daarna (besterven, bereiden) dan het ras (zie: ‘Daarom eten we schaap’).

De schapen waar herders voor kiezen zijn meestal oude landrassen van Nederlandse bodem. De Mergellander, de Kemp, de Drent, de Schoonebeeker en het Veluws Heideschaap hebben eigenschappen die een herder nodig heeft. Ze worden van oudsher op schrale gebieden gehoed. Ze doen het uitstekend op heide, duin en zandgronden. Ze eten daar het gras, maar ook ander groen en stugge onkruiden, zoals brandnetels, berenklauw en jonge boompjes. En ze hebben een krachtig kudde-instinct. De schapen blijven graag bij elkaar. Ze houden elkaar en de herder in de gaten. Een herder kan in zijn eentje een hele kudde schapen met zich meenemen. Maar het is voor de herder wel makkelijk als er ook een of twee honden meelopen om een afgedwaald dier op te halen of het tempo te versnellen.

Zelfs binnen deze rassen is er nog veel verschil in gedrag. Als de schapen van de kudde van de Wylde Weide in Fochteloërveen worden geschoren is het gedrag van de Schoonebeekers het meest opvallend. De meeste schapen zijn blij als ze aan de handen van de Australische scheerders ontsnappen en zoeken snel hun kale vriendinnetjes op. Onder het lopen schudden ze zich helemaal uit: tot en met de staart. Het lijkt wel of ze even kwispelen. De Schoonebeekers laten echte blijdschap zien en springen soms meer dan een meter in de lucht.

Dit is een verhaal uit het boek ‘Waar lopen de schapen?’
Bestel (en koop) het boek nu al en krijg €5,00 korting.