In het voorjaar in de stal

In het voorjaar in de stal

In de aflammerperiode is het druk in de stal van Landschapsbeheer Rinnegom. In enkele weken tijd worden er honderden lammetjes geboren. De Kempische heideschapen kunnen het goed alleen, maar niet altijd. In deze periode is er bijna dag en nacht iemand in de stal. Overdag worden de moeders en pasgeboren lammeren apart gezet in kraamhokjes. Dat is goed voor de binding tussen ooi en lammeren en zo kun je de schapen beter in de gaten houden: drinken ze goed, zijn ze sterk genoeg en gezond? Als ze enkele dagen oud zijn, krijgen ze een oormerk en mogen ze verhuizen naar de grote groep. De stagiairs worden overal bij betrokken, dus ook bij het oormerken. Het meisje met de neonrode haren heeft tranen in haar ogen. Marijke schenkt er geen aandacht aan: ‘Je moet die oormerken wel indoen, want die zijn de basis van dierenwelzijn. Pak het oor vast en voel maar waar het oormerk erin moet.’ Marijke begeleidt haar en dan is het even later geen probleem meer.

De herders Marijke en Martin krijgen steeds meer ervaring en dat blijkt juist in deze drukke periode. Het is echt dag en nacht werken in de aflammerperiode en de afgelopen jaren voelde Marijke zich een soort holbewoner. ‘O, is de koningin gestopt?’ Ze hebben er niets van gemerkt of gezien. Dit jaar gaat het een stuk makkelijker. Er is nog een ervaren herder bij, dat is prettig. Er is meer rust om de werkzaamheden te delen. ‘Alles wat ik bedacht heb, moet ik nu loslaten en het ook aan anderen overlaten. Dat vind ik leuk, het aansturen en organiseren vraagt meer van mij. Maar ik wil ook wel lekker hands on lammetjes halen. Ik voel me groeien in mijn vak. Ik merk dat ik dingen zie die ik eerder niet kon. Zoals laatst bij een schaap dat twee lammeren had geworpen en waarvan ik zag dat er nog een derde kwam, terwijl dat niet zo gewoon is bij de Kemp. De kop lag om, dus ik heb lam en ooi gered. Als ik naar een kudde van honderden ooien kijkt, zie ik intuïtief welke dieren extra aandacht nodig hebben.’

De laatste jaren heeft Marijke vooral ook geleerd om los te laten. Het is belangrijk om snel te beslissen. Een triest voorbeeld is euthanasie. ‘De veearts heeft me geleerd om de beslissing rationeler te maken. Een dood lam dat niet loskomt tijdens het werpen kan tot overlijden van de ooi leiden. De veearts heeft geleerd hoe je het lam toch geboren kunt laten worden om daarmee de ooi te redden.’

In 2014 heeft PWN in het gebied waar Marijke werkt een schaapskooi geopend. De schaapskooi is een toegankelijke plek voor de wandelaars in het duin. Er is van alles te doen aan milieueducatie en het bedrijf van Marijke maakt daar onderdeel van uit. Een deel van de schapen van Marijke overnacht er na het grazen in de duinen. Als de lammeren twee weken oud zijn, mogen in de lammertijd de ooien met tweelingen in de schaapskooi het kraambezoek ontvangen.En dat bezoek is meer dan welkom op het lentefeest in Bergen.
Marijke vind het bijzonder dat het natuurbehoud en de schapenbegrazing zoveel draagvlak in de omgeving hebben dat het mogelijk is om een schaapskooi te bouwen. Ze geniet ervan. De kooi is vooral gericht op uitleg, educatie en promotie van natuurbeheer. Hij vraagt heel andere capaciteiten dan het schapenbegrazingsbedrijf en is een prachtige plek om mens, dier en natuur te verbinden.

Dit is een verhaal uit het boek Waar lopen de schapen? met foto’s van Suze Vonk.
In het boek vertellen herders over hun vak en de eigenwijze aanpak die ze daarbij kiezen. Kom genieten van hun werk, zodat dit beroep ook voor de toekomst wordt veiliggesteld. Het boek met verhalen en sfeerbeelden komt dit voorjaar uit.

Wil je op de hoogte gehouden worden? Schrijf je dan in op onze Facebook-pagina of abonneer je op de nieuwsbrief. Je kunt het boek nu bestellen.
Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen’

Vragenuurtje op de vlakte

Van dit struikje is niet veel meer over als er 350 dames langs wandelen.
Van dit struikje is niet veel meer over nadat er 350 dames langs wandelen.

De schapen zijn hard aan het werk. Ze zijn wat nukkig. ’s Nachts in het bos hebben ze vooral lekkere blaadjes gegeten van de Amerikaanse vogelkers. Nu moeten ze aan de slag op een vlakte met veel pijpenstrootje. Er staat ook vuilboom, daar eten ze de blaadjes snel van op en dan willen ze eigenlijk direct verder. Aan de andere kant van het pad staat nog meer lekkers. Maar dat is niet de bedoeling, de dames zijn ingehuurd om de pollen pijpenstrootje aan te vreten zodat de heide en andere planten meer kans krijgen om uit te groeien. Toch proberen ze elke keer het pad over te steken. De honden, Jop en Roy, zorgen dat ze dat niet doen.

De schapen staan niet echt rustig te grazen. Elke keer schrikt een schaap en dan schrikt de rest van de kudde met haar mee. Ze zijn wat schrikachtig omdat er vorige week een vreemde hond tussen de kudde belandde. In het open gebied van de Loonse en Drunense duinen lopen de schapen in de buurt van gebieden waar de honden los mogen lopen. Voor honden is het een leuk uitje. Uit nieuwsgierigheid komen ze dichterbij, de schapen schrikken en rennen weg. Voor de hond het signaal om achter ze aan te rennen. Echt een leuk spel voor de hond, maar natuurlijk minder leuk voor de schapen.

Waarom de schapen nu elke keer opschrikken is niet duidelijk. Er is niets te zien. Bijna niets. Er schuifelt een klein muisje langs onze voeten. Duidelijk niet bang van ons. Dat is waarschijnlijk de boosdoener.

Wij zitten rustig aan de rand van de kudde. De herder, Bart, vertelt ons waarom hij herder is geworden. Terwijl de kudde graast, komt er steeds meer publiek kijken. Drie dames spreken de herder direct aan: ‘Wat leuk dat we u nu van dichtbij zien. Ik heb gisteren nog genoten van uw foto van de zonsopgang op Facebook’. ‘Het zijn echt makke schapen, hé?’ ‘Daar geniet je zeker wel van?’ ‘Ga je er nu ver mee zo op zo’n dag?’ Het regent vragen en opmerkingen. Bart vertelt dat ze vandaag in dit gebied blijven grazen en vannacht tussen de netten blijven overnachten. ‘Slaap jij hier dan ook?’ ‘Nee,’ antwoordt Bart. ‘Ik ga gewoon naar huis.’

De dames denken mee. ‘Moet het kaal gevreten worden om de heide te laten groeien, moet ik dat zo zien?’, vraagt er een. Bijna goed. Bart legt uit dat het mooie stuifzand in dit gebied alleen behouden blijft als de wind het zand in beweging houdt. Een aantal jaren geleden is er 70 hectare bos gekapt om de wind meer ruimte te geven. De schapen zorgen dat het gebied open blijft en het een mooie heide vegetatie wordt. Een groene vlakte met jonge en oude hei, vergraste en zanderige plekken en her en der wat begroeiing. Als de schapen er niet zouden lopen, is het gebied over tien jaar weer een bos.

‘Hoeveel schapen heb jij nu?’ ‘350’. ‘Zijn dit 350 schapen, dat meen je niet.’ ‘Nee, dat zou je niet zeggen’. De dames geloven de herder niet op zijn woord en zijn pas overtuigd als ze de schapen proberen te tellen. ‘Het is wel echt smullen voor de schapen, hé? Wanneer zijn ze nu verzadigd?’ Bart legt uit dat ze ongeveer drie uur grazen en daarna anderhalf uur tot twee uur herkauwen. ’s Middags kunnen ze weer drie uur grazen. ‘U moet wel veel weten van de natuur en van weer en wind.’ ‘Wat heb je een mooi vak, hoe kom je aan zo’n baan?’ Dat is mooi, die vraag hadden wij ook net gesteld. Bart beschreef ons dat hij ondanks een aantal succesvolle banen niet tevreden was. Herder leek nog het meest op de uitkomst van de beroepskeuze test: ‘boswachter’. Om te kijken of dat wat is, heeft hij eerst meer dan een jaar in de avonduren en de weekends bij een herder gewerkt als vrijwilliger. Hij antwoord de dames: ‘Gewoon, door het te doen, kijken of het wat voor je is. Ervaring op doen bij andere herders.’

Inmiddels is het druk geworden op ons stukje van de vlakte. Achter ons lopen twee ruiters te paard. Her en der zitten groepjes mensen te genieten van het uitzicht. Een oma met twee puberjongens genieten van de honden en een moeder met twee peuters komt gezellig bij ons zitten. Jop vindt alle aandacht geweldig. Hij gaat het liefst tegen het bezoek aan liggen. Roy is inmiddels voor zichzelf begonnen. Hij ziet dat de herder het druk heeft met al het publiek en zorgt er gewoon zelf voor dat de schapen niet stiekem naar het volgende graasvak lopen.

Herder zijn is veel meer dan met schapen zorgen dat de natuur in stand wordt gehouden. Een herder verzorgt de entertainment voor het wandelpubliek en is de levende PR van Natuurmonumenten.

stoffig
’s Morgens eerst een stukje wandelen voor we kunnen ontbijten. Stoffige paden in de Loonse en Drunense duinen.

Dit is een verhaal uit het boek ‘Waar lopen de schapen?’ met foto’s van Suze Vonk.
Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen’