Een herder is geen museumstuk

Herder is een prachtig beroep en dat moet behouden worden voor de toekomst. Dat is een van de redenen waarom ik het boek Waar lopen de schapen? schrijf. Ik ben niet de enige die dat vindt en daar actief mee bezig is. Er is zelfs een heel project ‘Schapen voor natuur’ opgezet door de Landelijke Werkgroep Professionele Schapenhouders, de Vereniging Gescheperde Schaapskudden Nederland, de vakgroep Schapenhouderij van LTO Nederland en het advies- en communicatiebureau Schuttelaar & Partners om de professionaliteit van herders te verbeteren.

Toch kan het blijkbaar altijd beter, want een aantal herders heeft iets nieuws opgericht. Een Gilde. Het Gilde wil nieuwe herders laten opleiden door oude herders, net als de meesters met hun knechten uit de middeleeuwen. Het klinkt fantastisch, maar het is niet echt heel nieuw. De herders die nu in Nederland rondlopen, zijn meestal ook bij een ander in de leer geweest. De herders in mijn boek vertellen er graag over.

Wellicht dat meespeelt dat het Gilde veel meer wil dan alleen herders opleiden. Ze willen ook meer samenwerking tussen herders bevorderen. (Hmm. Waarom lijkt het dan alsof deze herders zich afzetten tegen andere herders?)  En verder de krachten bundelen bij de verkoop van vlees en wol en het verwerven van opdrachten. Eerlijk gezegd vind ik dat ;aatste een goede zaak. Het is als herder met de lange, fysiek zware werkdagen bij de kudde nog niet zo gemakkelijk om je bedrijf op alle fronten evengoed te regelen. Het werk met de schapen in de natuur is het allerbelangrijkst, maar echt beleg op je boterham verdienen kan alleen als je ook een goede prijs krijgt voor vlees, wol en nevenactiviteiten als coaching of workshops. Het is niet elke herder gegeven om op al deze onderwerpen even goed te scoren. Daarin samenwerken is een goed plan dus.

Bijzonder is dat een van de voorwaarden is dat de kudde moet bestaan uit een zeldzaam Nederlands heideras of Mergellanders. Veel moderne herders hoeden met echte heiderassen of Mergellanders, omdat deze rassen het meest geschikt zijn om op de schrale natuurterreinen te hoeden. Een overbodige eis dus of gewoon goed nieuws? Helaas voldoen lang niet alle schaapkuddes aan de strenge eisen van de stamboeken voor deze rassen. Dat is dan meteen een mooie opdracht aan de voorzitter van het gilde, Geert Boink. Hij is ook voorzitter van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen en zijn inzet zou moeten zijn om de grote populatie heideschapen ook onder te brengen in de stamboekpopulaties.

Ik hoop alleen niet dat de authentieke herder gezien wordt als een museumstuk. Als je de eis voor een zeldzaam ras doortrekt naar authenticiteit en cultureel historische waarde, dan vrees ik het ergste. Is het dan de bedoeling dat de Nederlandse Kempen alleen nog maar in de Kempen grazen? En de Drenten in Drenthe? Dat zou dan erg jammer zijn voor de prachtige duingebieden in Zeeland, Zuid- en Noord-Holland waar nu Kempen uitstekend werk verrichten.

Best wel bijzonder dat aan Waar lopen de schapen?  herders van allerlei pluimage meewerken. Ik ben trots op alle 13, want authentiek zijn ze allemaal.

Altijd bereikbaar

Het is niet gelukt. Een tijdje terug probeerde ik op Facebook een discussie te starten over de eigenschappen van herders met de vraag; Wat voor eigenschappen karakteriseren ‘echte’ herders? De discussie komt niet echt op gang. Emil reageert als eerste: ‘Ha ha’ en dan schrijft hij: ‘Ik denk dat een ding herders verbindt, ze zijn vaak met dieren gaan werken omdat het met mensen niet helemaal lukte ;). En Ilse schrijft: ‘zelfstandig’. Een goed begin!

Ik snap wel waarom er niet veel reacties komen. Het zijn vooral herders die meelezen. Moeten zij iets over zichzelf vertellen? Iets dat ze karakteriseert? Niemand stopt zichzelf graag in een hokje! Jammer, want ik wil graag horen wat herders zelf de meest opvallende karaktertrek van een herder vinden. De bedoeling was om dit onderwerp ook op te nemen in de inleiding in het boek Waar lopen de schapen?. In de interviews met de herders valt mij wel een aantal karaktereigenschappen op die ze bijna allemaal bezitten. Maar wat maakt een herder nu speciaal?

Ik vind bijvoorbeeld dat herders erg goed kunnen vertellen. Als ik samen met Suze bij Marijke foto’s kom maken van de lammetjes, staat Marijke stralend met een lammetje in haar armen alle vragen van de bezoekers te beantwoorden. Het publiek hangt aan haar lippen. Ze zijn echt geïnteresseerd in haar uitleg over het ontstaan van de Nederlandse landschappen en welke rol schapen daarin spelen. Hetzelfde gebeurt er als Bart in de Loonse en Drunense Duinen vertelt over het ontstaan van het stuifzand. Als mensen een herder met schapen zien, willen ze graag meer weten over het hoe en het waarom van het hoeden met schapen. Iedereen neemt ruim de tijd om vragen te stellen en ook om te luisteren naar uitleg van de herder. Juist omdat niet elke herder even gek is op bezoek. Of moet ik zeggen ‘geschikt’ is voor bezoekers, had ik dit niet verwacht. Sommige herders zijn echt op zoek naar stilte en kiezen voor dit beroep omdat ze graag buiten zijn, zelfstandig willen werken en geen behoefte hebben aan drukte om zich heen. En dan kan herder een ideaal beroep zijn. Als je geluk hebt en op terreinen mag lopen waar weinig toeristen komen of zelfs niet toegelaten worden.

Het meest karakteristiek van een herder is waarschijnlijk het zelfstandig zijn en het kunnen anticiperen op elke onverwachte situatie. Een herder weet nooit wat de dag zal brengen. Natuurlijk maakt hij een plan en zijn er afspraken waar hij zich aan moet houden. Als er echter iets onverwachts gebeurt, moet de herder kunnen anticiperen. De veiligheid van de schapen en de honden staat voorop. Geen dag is hetzelfde. Het is wel handig dat een herder in principe altijd bereikbaar is. Als er onderweg iets gebeurt, kunnen er hulptroepen ingeroepen worden. En telefonisch vergaderen kan gewoon in het veld bij de schapen. Of als er iets met de schapen gebeurt, terwijl ze ingeschaard staan in de netten, kan een wandelaar de herder mobiel waarschuwen. Als herder moet je dus wel dag en nacht beschikbaar zijn. Net als een boer trouwens.

Herders kunnen niet alleen vertellen, er zijn er ook die goed kunnen schrijven. Een aantal herders schrijven af en toe een blog over hun belevenissen en die zijn erg leuk om te lezen. Ik zal binnenkort een pagina maken met linkjes van de mooie verhalen van de herders zelf.

De karaktereigenschappen van de herder zijn dus geen echt hoofdstuk geworden in het boek  Waar lopen de schapen? met foto’s van Suze Vonk. Maar heel veel andere verhalen wel. Herders  vertellen over hun vak en de eigenwijze aanpak die ze daarbij kiezen. Kom genieten van hun werk, zodat dit beroep ook voor de toekomst wordt veiliggesteld. Het boek met verhalen en sfeerbeelden komt in mei uit.

Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen’

De herders

Nu het boek ‘Waar lopen de schapen?’ bijna klaar is, is het goed om te melden welke herders er in staan. Het zijn allemaal heel leuke herders. En ik weet wel, er zijn er nog veel meer van, maar het boek is vol!

In de loop van een jaar ben ik bij 13 herders op bezoek geweest en in de volgorde van de bezoeken komen ze ook in het boek. Zo komt elk seizoen van het hoeden met schapen terug in het boek. Het makkelijkst is om hier de blogjes te noemen van de herders. Dan kun je direct zien wie het zijn en via het blog ook hoe hun bedrijf heet en waar ze hoeden.
In het boek staan interviews met de herders. Hoe zijn ze ooit herder geworden? Wat beweegt ze, wat doen ze? Geen verhaal is hetzelfde. Elk hoofdstuk eindigt met een blogje. Dat zijn de blogjes die hier onderstaan.  Meer over de herder en zijn bedrijf vind je op het blog.

Marijke Dirkson en Martin Orij – Als je iets start vanuit passie en je wens, dan wordt je droom realiteit en In het voorjaar in de stal
Martin Oosthoek – De dames hebben er zin in
Ger en Janine Lardinois – Op zoek naar een zeldzaam bloemetje
Clemens Oude Groeniger en Marjel Neefjes – Plantage Willem III
Diederik Sleurink – De dames krijgen een nieuw kapsel
Jan Kaljouw – Bikkebikkebikke
Bart van Ekkendonk – Vragenuurtje op de vlakte
Daphne Hogeweg – En dan heb je ineens een hond extra
Christien Mouw – De herder kent de gangen van zijn schapen
John en Claudia van Driel – Bergschaap
Hilde Groen – Fietsen zijn eng
Marleen de Bie – Mascara zit altijd goed
Kees Kromhout – Wie wil er nu herder worden?

Ik ben de dertien herders enorm dankbaar voor hun bijdrage en hun verhalen. Ik hoop dat jullie net zo van hun verhalen en hun schapen geniet als ik. Zoek ze vooral op daar buiten!

Wie wil er nu herder worden?

In augustus start bij Helicon een opleiding voor herders. Heel bijzonder, want tot nu toe ontbrak zo’n opleiding in het beroepsonderwijs in Nederland. De herders die ik spreek zijn allemaal autodidact. ‘Eigengevormd’ is het Nederlandse woord hiervoor. Dat past precies bij een herder. Natuurlijk zijn er wel uitzonderingen. Janine, dochter van Ger Lardinois, heeft de HAS gedaan en leert het beroep van haar vader. Hij gaat al tientallen jaren op pad met zijn schapen in de natuur. Meer herders hebben echte boerenwortels. Ze komen van een boerenbedrijf met koeien of schapen. Maar er zijn ook genoeg herders die een kantoorbaan zijn ontvlucht. Het buitenleven trekt veel mensen. En als je dan ook nog een beetje van dieren houdt, de natuur wilt leren kennen en bereid bent om dag en nacht te werken, dan kom je ook zonder opleiding een heel eind. Sommigen van de herders uit mijn boek hebben wel een soort praktijkopleiding voor herders in spe gevolgd. De familie Abbink start dit jaar voor de vijfde keer met de cursus schaapherder.

Kees Kromhout in Heeze is zo’n herder die eigenlijk gewoon een heel goede baan had. Rond zijn veertigste realiseerde hij zich dat weinig wat hij deed enige indruk zou achterlaten op onze planeet. Was dit het werk dat hij tot aan zijn pensioen wilde doen? Kees was ook gek met zijn bordercollies en altijd met ze bezig. Als handler gaf hij cursussen en won hij prijzen. Als je dit soort honden hebt, dan kom je vanzelf tussen de schapen terecht. Kees wilde graag meer weten van schapen hoeden, ging zelfs minder werken om als vrijwilliger mee te draaien op een schapenbedrijf. En toen er een vacature op de Strabrechtse heide beschikbaar kwam, solliciteerde hij naar de baan fulltimeherder bij de Stichting het Kempische Heideschaap.

Als ik in de schaapskooi in Heeze op bezoek ben, heeft Kees net de stal ingericht en de eerste 80 ooien opgestald. Kees heeft geen seconde spijt van zijn switch gehad. Natuurlijk is het keihard werken, maar zijn leven is stukken leuker geworden. Hij mag elke dag zelf bepalen hoe zijn dag eruitziet, als hij maar zorgt dat zijn schapen gezond zijn en hun werk goed doen. Overdag is hij meestal op de heide te vinden om te zorgen dat de schapen daar grazen waar het nodig is. In de winter wordt er minder gehoed met de schapen. Ze staan dan op boerenweiden tot het tijd is om te lammeren. Lammeren doen ze in de schaapskooi. In die tijd moet er nog veel harder gewerkt worden. De kooi moet ingericht worden met groepshokken en kraamkamers. De vloer wordt ingestrooid met stro. De bodem moet goed schoon en warm zijn. De schapen worden binnen dagelijks gevoederd en de gezondheid van ooien en lammeren wordt goed in de gaten gehouden. Gelukkig kunnen de Kempen het aflammeren heel goed zelf. Als wij staan te praten in de stal met hoogdrachtige dieren is het eigenlijk een beetje saai. Echt de stilte voor de storm. Maar opeens klinkt er een iel kreetje: het eerste lam van dit jaar is geboren.

Kees is eigenlijk ook niet zomaar herder geworden. Hij is eerst in de leer gegaan bij een andere herder. De nieuwe studenten bij Helicon zullen dat ook gaan doen. Ze krijgen twee dagen per week les over alles wat een herder nodig heeft. Dat zijn schapenfeitjes, maar ook alles over de flora en fauna en hoe je je eigen bedrijf organiseert. Daarnaast moeten ze minimaal twee dagen per week aan de slag bij een herder. Dat is natuurlijk heel fijn, want de meeste herders kunnen wel een extra handje gebruiken.

Op de vraag ‘Wie wil er nu herder worden?’ is een overweldigend antwoord gekomen. Binnen een maand waren er al meer dan twintig aanmeldingen binnen en dat is meer dan er plaatsen zijn. Opvallend is het grote aantal oudere mensen dat zich aanmeldt. Net zoveel vrouwen als mannen. Vaak zijn ze toe aan een carrièreswitch of zijn ze vervroegd gestopt met werken. Maar of ze ook allemaal een plekje krijgen is niet zeker. Net als bij de meeste opleidingen is ook bij deze opleiding niet zozeer de vraag of je toegelaten wordt, maar of het je lukt om een goede stageplaats te bemachtigen. De nieuwe opleiding is opgezet door het Praktijknetwerk Gescheperde Schaapskuddes. Onder het motto ‘Schapen voor natuur’ ontwikkelen ze een opleiding voor schaapherders, certificering van de kwaliteit van begrazingsbedrijven en een online kennisbank.

Dit is een verhaal uit het boek Waar lopen de schapen? met foto’s van Suze Vonk.
In het boek vertellen herders over hun vak en de eigenwijze aanpak die ze daarbij kiezen. Kom genieten van hun werk, zodat dit beroep ook voor de toekomst wordt veiliggesteld. Het boek met verhalen en sfeerbeelden komt dit voorjaar uit.

Wil je op de hoogte gehouden worden? Schrijf je dan in op onze Facebook-pagina of abonneer je op de nieuwsbrief. Je kunt het boek nu bestellen. Dan krijg je de verzendkosten cadeau.

Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen’

Meelezen met de verhalen uit het boek

Schaapjes uit het boek waar lopen de schapen
Speckled sheep op weg naar de winterweide

Op deze website staan korte verhalen over onze bezoeken bij herders. Over wat Suze, de fotografe, en ik meemaakten tijdens die bezoeken. Er gebeurt altijd wel iets dat aanleiding vormt om een stukje te schrijven. De eerste keer een kudde zoeken in de Limburgse heuvels was echt om wanhopig van te worden. Suze en ik stapten iedere keer uit de auto om in de dalen tussen de heuvels weer géén schaap te ontdekken. Daar is ook de titel van het boek geboren: ‘Waar lopen de schapen?’ Een andere keer is het vooral spannend. Een kudde verplaatsen over de openbare weg lijkt zo simpel. Dat is het echt niet altijd. Meestal zijn er extra mensen en honden bij om de schapen veilig door het verkeer te loodsen. Hoe het verkeer reageert, blijft echter spannend. Gelukkig smelten de meeste mensen als ze zo’n vrolijke groep schapen langs zien trekken. Auto’s stoppen, mensen stappen zelfs uit om foto’s te maken.

De columns komen in het boek, maar je kunt ze ook lezen op deze site. Zo kan je dus nu al meelezen met de verhalen uit het boek ‘Waar lopen de schapen?‘. Niet dat alles al op deze website staat. In het boek vertellen de herders hun verhaal. Hoe zijn ze herder geworden? De een is boerenzoon of boerendochter en is opgegroeid met schapen. De ander is zomaar in het diepe gesprongen. En wat doen herders nu eigenlijk precies? Een beetje rondlopen met schapen? Herder zijn is wel iets meer dan dat. Dat staat dus in het boek. En verder staan er vooral hele mooie foto’s in het boek van Suze Vonk. Schapen zijn altijd leuk om naar te kijken. Veel foto’s van schapen dus. En soms ook een foto van een mooi of zeldzaam bloemetje of een herder. Of een herdershond.

Ben je een beetje nieuwsgierig geworden naar het boek?  Een paar mensen hebben al wat hoofdstukken gelezen. Iedereen reageert even enthousiast. Ik word erg vrolijk van de commentaren van mijn lezers. Onderaan deze post staan wat citaten. Daar zie je dat ik niet overdrijf. Wil je zelf ook meer lezen? Laat maar horen, ik stuur je graag een hoofdstuk uit het boek. Of ik lees je een stukje voor. Ook dat kan! Wat ik het liefst wil, is dat je zo enthousiast wordt over het boek, dat je het wilt hebben! En dat je het nu direct bestelt. Ik hoor graag van je!

————————————————–

Commentaar van lezers van een of meer hoofdstukken:
Mariet:
Ik heb het eerste hoofdstuk vluchtig doorgelezen en het ziet er goed uit, gefeliciteerd, leuk om te lezen!

Jos:
Ik heb me op het hoofdstuk geworpen. Hartstikke leuk trouwens. Ik ga je boek zeker kopen!

Annelucie:
Ik heb vanmiddag je eerste hoofdstukken gelezen.
Het was echt leuk om te lezen. Het is vlot geschreven waardoor het makkelijk leest en het boeit. De afwisseling van een verslag van het interview met een blog vind ik ook een goeie, dat maakt het speelser. Je krijgt een goed idee van de drijfveren van de herders. Ook wordt goed duidelijk dat je er alleen met idealisme niet komt. Voor mij was het ook leerzaam. Ik wist niet dat het lopen met een schaapskudde zo planmatig is, afhankelijk van het soort gebied en wat de natuurbeheerder wil.

Ed:
Weet je dat er veel mensen zijn die een boek(je) schrijven, ook hier in Buren.Echter ik vind nu al op voorhand, dat jouw boek niet in dit rijtje thuishoort. Jouw boek is een uniek project geworden, waar je stapsgewijs iedereen hebt mee laten genieten van de groei en uiteindelijk het resultaat. Ik volg je met veel plezier naar de eindstreep en hoop dat het gaat worden wat je wilde.

————————————————–

Commentaar van lezers van een of meer blogjes (de meeste lezers lezen door):

Dorien:
Jammer dat het schapen verhaal was afgelopen, ik moet ook weer eens die kant op.
Groeten aan de volgende schapen.

Lianna:
Hi Margo, leuk verhaal – ik rook de Nederlandse lente.
Een groet uit Perth.

Anneke:
Heel leuk geschreven en om te lezen! Het wordt vast een leuk boek :)

Elly:
Wat een interessant verhaal. Jouw passie is wel heel voelbaar hier. Mooi, heel mooi om te lezen.

Joke:
Leuk verhaal Margo en het voorlezen voegt voor mij ook wel iets toe.
Heb het boek al besteld, verheug me erop.

Thea:
Wat leuk dit luisterfragment. Ik heb lekker geluisterd. 4 minuten is precies lang genoeg om als pauze te dienen tussen mijn werk.

————————————————–

Wil je op de hoogte gehouden worden? Schrijf je dan in op onze Facebook-pagina of abonneer je op de nieuwsbrief. Je kunt het boek   ‘Waar lopen de schapen? bestellen (en kopen)

De dames krijgen een nieuw kapsel

Schapen scheren is een vak apart. Het lijkt zo simpel als je de Australische scheerders Simon en Scott in de weer ziet met de schapen van de kudde van Wylde Weide in het Fochteloërveen. Ze klemmen een schaap tussen de knieën en scheren eerst de buik (met weinig wol), de billen en de staart. Dan zetten ze het dier op zijn inmiddels kale kont en scheren ze de rug van de kop naar de achterkant. Bij de laatste halen van de scheerder komt het schaap weer op haar pootjes en rent er vandoor zodra de scheerder het toelaat. En dat in twee minuten.

Simon en Scott hebben het vak jong geleerd in Nieuw Zeeland, door dagelijks schapen te scheren. In hun periode in Duitsland en Nederland werken ze vaak zeven dagen per week van ’s morgens half acht tot ’s avonds half acht. Voor de Wylde Weide scheren ze alle kuddes, zo’n 1400 schapen, in tweeënhalve dag. Met de hulp van de Australische powergirl Jenny. Ze propt de wol in de zakken, klimt er op om ze aan te stampen en zorgt ook nog voor een gestage aanvoer van schapen naar de scheerders.

Leuke baan. Springen en gillen om de schaapjes in de fuik te jagen. Op zo’n zomerse dag als vandaag wel een warm werkje. De schapen werken niet echt mee, hebben duidelijk geen zin in een scheerbeurt. De drukte en het lawaai op de scheerplek is een contrast met de rust in de Friese natuurgebieden waar ze meestal lopen.

Simon en Scott leveren puik werk af. Na elke scheerbeurt loopt er een slanke ooi weg en blijft er een vacht achter, die een mooie, grote deken vormt. Als je de vacht uitrolt, zie je grote verschillen in kwaliteit van de wol. De schapen van de Wylde Weide zijn van de rassen Kempisch heideschaap, Schoonebeeker en Veluws heideschaap en kruisingen met Suffolk. De verschillen zie je terug in de kleuren, de fijnheid van de wol en het al of niet voorkomen van haren aan de bovenkant.

Marjan Deenen is er vandaag bij om de mooiste vachten uit te zoeken voor haar viltkunst en workshops in haar atelier DeenenDingen. Mooi aaneengesloten wol die nog niet vervilt is. Ze heeft een voorkeur voor de Schoonebeeker vachten met grijze en blauwe tinten en grove haren aan de bovenkant. Volop keus uit 300 vachten. Marjan ontwikkelt met Diederik een nieuw arrangement voor een leuke dag uit: met de herder de hei op en vilten op locatie.

Als de eerste 200 schapen zijn geschoren is het pauze en is er tijd om even te praten met de drie harde werkers. Simon en Scott zijn drie maanden in Europa om in Duitsland en Nederland schapen te scheren. Jenny is een bekende van Scott en verdient een extra zakcentje om haar Europese vakantie te betalen. De laatste twee weken hebben ze vrij. Nee, dan gaan ze niet samen op pad. Ze zoeken alle drie een andere plek om nog even feest te vieren voor ze terug reizen. Dan hebben ze wel lang genoeg op elkaars lip gezeten. Terug in Australië scheren Simon en Scott vrolijk verder en gaat de Jenny weer op zoek naar een baan als lerares.

Schapen zijn echte kudde dieren. Als de eerste schapen zijn geschoren willen ze zo snel mogelijk weer terug naar hun vriendinnen. Ook al staan die ‘enge’ scheerders met die gillende keukenmeid ertussen, ze proberen op allerlei manieren weer in terug de groep te komen. Pas als er een handjevol schapen zijn geschoren en het groepje weer op een kudde begint te lijken, lopen de net geschoren schapen de goede kant op. Dan zie je ook het verschil in karakter van de Kempen, de Veluws heideschapen, de Suffolks en de Schoonebeekers. Ze zijn allemaal blij als ze aan de handen van de Australische scheerders ontsnappen en zoeken snel hun kale vriendinnetjes op. Onder het lopen schudden ze zich helemaal uit: tot en met de staart. Het lijkt wel of ze even kwispelen. De Schoonebeekers laten echte blijdschap zien en springen soms meer dan een meter in de lucht.

Wil je liever luisteren? Dat kan ook. Druk op het pijltje.

Dit is een verhaal uit het boek Waar lopen de schapen? met foto’s van Suze Vonk.
In het boek vertellen herders over hun vak en de eigenwijze aanpak die ze daarbij kiezen. Kom genieten van hun werk, zodat dit beroep ook voor de toekomst wordt veiliggesteld. Het boek met verhalen en sfeerbeelden komt dit voorjaar uit.

Wil je op de hoogte gehouden worden? Schrijf je dan in op onze Facebook-pagina of abonneer je op de nieuwsbrief. Je kunt het boek bestellen (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen’

Experiment

Toen onze jongens klein waren, vonden we het naar bed brengen één van de leukste momenten van de dag. Even lekker tegen elkaar aan zitten. De dag herkauwen en daarna voorlezen. Van voorlezen genoten we alle vier. We konden er geen genoeg van krijgen. Meestal vielen ze pas in slaap, als we stopten met lezen. Zo kon het toch nog erg laat worden. Zelfs Harry Potter heb ik grotendeels hardop voor mogen lezen, omdat de dikke pillen voor de jongste nog een te grote berg waren om zelf te lezen.

Vandaar dit experiment. Ik lees een verhaal voor uit het boek ‘Waar lopen de schapen?’. Voor degenen die niet zo van lezen houden, is dit een makkelijke manier om toch een beetje mee te genieten. Voor mij is het een goede manier om te controleren of de zinnen kloppen. Iets voorlezen dat niet goed geschreven is, is namelijk niet te doen.

En, wie weet, helpt het voorlezen ook om de verdere verspreiding van het boek te promoten. Als het boek af is kom ik graag ook bij jou thuis of op school een keer voorlezen. Uit het boek of uit andere mooie boeken met verhalen over schapen. Schapen blijven inspireren.

Luister mee door op onderstaand >  te drukken: ‘Mascara zit altijd goed:

Nog een verhaal? Het ‘Bergschaap‘ staat er ook op (druk op het >).

Ook het verhaal van de Wylde Weide is te luisteren. Je vindt het onderaan het blog.

Mascara zit altijd goed

Dat is wel het eerst dat opvalt bij de stralende ogen van Marleen de Bie. En bij haar schaapjes. De witte schapen met de opvallende zwarte vlekken rond de ogen, de bek en op de pootjes zijn Welsh Hill Speckled Face schapen. Op de steile geluidswallen langs de A9 huppelen de ‘speckleds’ zo omhoog. Er staat veel gras op deze steile hellingen in Heemskerk en loonwerkers hebben er moeite mee. De zeldzame, Engelse schapen zijn echter speciaal gefokt voor het heuvellandschap in Wales. Tussen de ooien staat ook de ram. Aan de gekleurde konten van de ooien is te zien dat hij, ondanks de steilte, alle dames heeft kunnen dekken.

Marleen en de bevriende herder Sylvia Passchier willen de Welsh Hill Speckled Faces naar de winterweide brengen. Een lange wandeling naar de zeedijk aan de andere kant van de snelweg. De ooien met de ram staan op de geluidswal en de lammetjes lopen in een schraal natuurterrein wat verderop in Heemskerk. We halen eerst de lammetjes op. Gelukkig is het een klein koppeltje, ongeveer dertig dieren en we wandelen langs een brede berm met een fietspad. De lammeren zijn het hoeden langs een weg niet gewend, maar ze stappen vrolijk door. Toch is het af en toe spannend. Happy, de hond van Marleen, heeft de afgelopen twee weken weinig gehoed. Dat betekent dat ze nu heel erg graag wil laten zien wat ze kan. Te graag en te gretig, waardoor de lammeren zomaar de verkeerde kant op kunnen schieten. Gelukkig lopen we er met zijn vieren omheen. Eenmaal tussen de huizen kan het bijna niet meer mis. Het levert mooie beelden en enthousiaste toeschouwers op. We parkeren het koppeltje lammeren onderaan de fietsbrug bij de A9.

in de stad
De lammeren lopen mooi in het gelid door Heemskerk. Daar zorgt de hond voor.

Het ophalen van de ooien met de ram gaat veel sneller. Het is niet de eerste keer dat ze deze wandeling langs de huizen maken. Eenmaal bij de lammeren wordt er flink gemekkerd. De ooien en lammeren kennen elkaar en begroeten elkaar enthousiast. Er is wel een probleem. Tussen de lammeren loopt ook een oudere ooi. De ooi mag in de kudde blijven, maar lammeren hoeft ze niet meer. Het risico op gezondheidsproblemen bij het werpen van de lammeren is te groot. De ram is echter helemaal verliefd en duikt direct bovenop haar. Dat zal hij de hele komende tocht blijven doen.

De eerste echte hindernis is de fietsbrug over de A9. Het hekwerk van de brug en van de berm sluit niet goed op elkaar aan. Het is belangrijk om de schapen heel rustig naar boven te drijven, want als ze in paniek raken kunnen ze zo door het gat op de A9 terecht komen. Vreemd hoor. Op zo’n plek kunnen ook kinderen makkelijk al spelend bij de snelweg terecht komen.

Het gaat goed. Heel rustig lopen de schapen over de brug. Eenmaal aan de andere kant is het ergste leed geleden. Nu alleen nog even 9 kilometer over een dijk waar auto’s het liefst keihard rijden. De meeste automobilisten remmen echter ruim op tijd. De witte schapen en de begeleiders met fluorescerende jasjes vallen op. Het is echt een eind lopen, de schapen zijn steeds moeilijker in beweging te houden. Ze lopen dan ook wel op heerlijke grond: de groene berm wordt onderweg flink afgegeten.

Op de wei waar we de schapen brengen, staat al een kudde ooien met een ram. Het lijkt wel of ze ons tegemoet willen komen, gelukkig zit er een flexnet met spanning tussen. Eerst vangen we de uitgeputte ram. Hij is boos dat hij gescheiden wordt van zijn vriendinnen, maar hij heeft zijn werk dubbel en dwars gedaan. Zijn grote liefde is op haar billen inmiddels helemaal rood gekleurd.

Alle schapen mogen bij elkaar. Het is weer een warm welkom van ooien en lammeren. De tweede ram wordt gevangen – die trouwens ook direct de nieuwe ooien inspecteert. Maar hij krijgt weinig kans en verdwijnt met zijn rivaal in de veekar. De herders zetten de schapen achter een net. De Welsh Hill Speckled Face springen zo over de sloot, dus ze staan zo ver mogelijk van de weg en eventuele wandelaars met honden.

Als wij aan het eind van de dag naar huis rijden, is Marleen nog niet klaar. Ze brengt de twee rammen naar Amsterdam. Daar overwinteren ze ver van de ooien. En ze moet nog wat flexnetten verzamelen in Heemskerk op de plekken waar de schapen hebben gestaan. Het is vrijdagavond. Hopelijk helpt manlief nog even met sjouwen. Des te eerder kunnen ze beide op de bank starten met het weekend.

Dit is een verhaal uit het boek Waar lopen de schapen? met foto’s van Suze Vonk.
Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen’. Hierin vertellen herders over hun vak en de eigenwijze aanpak die ze daarbij kiezen. Kom genieten van hun werk, zodat dit beroep ook voor de toekomst wordt veiliggesteld. Het boek met verhalen en sfeerbeelden komt dit voorjaar uit.

Wil je op de hoogte gehouden worden? Schrijf je dan in op onze Facebook-pagina of abonneer je op de nieuwsbrief.
Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen.

Grazend onderweg naar de winterwei op de Zeedijk
Grazend onderweg naar de winterwei op de Zeedijk

Fietsen zijn eng

hilde-stok
In het najaar lopen herders niet meer in natuurgebieden, maar zoeken ze groene weiden voor de schapen. Vaak kunnen de koeien het land niet meer op, want dan eten ze met vijf bekken. Met hun grote poten trappen ze te veel gras plat in de vochtige grond. Met een beetje geluk is er dan nog wel genoeg gras voor de schapen met hun kleine hoefjes. De kudde van Hilde Groen staat in de winter in de wei van een koeienboer in Friesland. Een kleine groep lammeren wordt vandaag verplaatst naar een nieuwe weide. Het is niet ver, maar het is wel een spannende tocht. Deze zomer stonden de lammeren in Noord-Holland ingeschaard. Ze zijn het niet gewend om met de honden langs de openbare weg te trekken.

De kleine groep lammeren is moeilijk op gang te krijgen. Ze willen liever naar de kudde ooien die wat verderop in de wei staan dan met ons en de honden mee de weg op. De honden laten dat niet op zich zitten. Emi is fel. Ze mist het dagelijkse rondtrekken en heeft nu enorme zin om haar kunsten te vertonen. De lammeren rennen alle kanten op als ze zo wild doet. Gelukkig is Muis wat rustiger. Dankzij haar komen de lammeren uit het weiland de weg op. Eenmaal in beweging, gaat het min of meer vanzelf. De lammetjes lijken gewoon achter ons aan te lopen. Geen kunst aan. Het is een drukke weg, al snel komt er een auto aan en de honden lopen er gewoon op af. Geen kans om zomaar door te rijden. Dat doet ook niemand. Wel worden direct de mobieltjes gepakt en er wordt gezwaaid en gelachen vanuit de auto’s. De lammetjes lijken er niets van te merken en lopen onverstoorbaar achter ons aan.

Het blijft echter niet zo kalm. Als er met veel kabaal een quad aan komt rijden – die ook heel netjes stopt – lopen de lammeren er moeizaam langs. Het verkeer stroopt op. Er ontstaat een hele file en we wachten met de kudde in een weide langs de weg tot alles weer rijdt. Net als de schapen weer de weg op zijn, komt er een tractor met aanhanger aan. De schapen staan op de weg en wij staan nog in de wei. De honden houdt Hilde bij zich, die durft ze niet tussen de auto’s te laten rennen. Het gaat goed, de tractor rijdt heel rustig langs. De lammetjes komen allemaal onze kant op en wij lopen langzaam verder.

Het is echt geen rustige wandeling. De mobiel van de herder gaat ook nog eens constant af. Tijdens het bellen moet Hilde op de honden, de lammeren en het verkeer letten. Straks is er een afspraak met de gemeente en er is discussie over hoe laat het begint. Om twee uur of half drie? Inmiddels komen er weer auto’s aan van beide kanten. En een grote vrachtauto. Gelukkig houdt iedereen stil en we duiken nogmaals even aan de kant een pad in, zodat het verkeer verder kan rijden. Weer wordt er uitgebreid gefotografeerd en gezwaaid.

Na het derde telefoontje blijkt dat de vergadering pas om half drie begint. Genoeg tijd om de tocht met de lammetjes rustig af te maken. En zo is er ook nog tijd om mijn vragen te beantwoorden. Anders valt er weinig te verhalen in het boek. Vlak voor we de weg afdraaien komen we langs een tuin met een grote blaffende hond. De lammetjes verblikken of verblozen niet, daar zijn ze duidelijk niet bang van. Ze letten alleen op Muis en vooral op Emi. Daar hebben ze echt ontzag voor. Als we afslaan en het laatste stukje naar de wei over een smalle weg lopen, kunnen we pas echt genieten van de tocht. Ook dan is er nog verkeer. Een fietser. Hij mag er langs. De lammeren zijn blijkbaar ook geen fietsen gewend, want ze reageren nu angstiger dan net op het verkeer op de weg.

Als de lammeren dan eindelijk in de wei zijn aangekomen, is de loop er direct uit. Ze grazen rustig in een grote cirkel. Het lijkt of ze samen hun ervaringen tijdens de tocht bespreken. Dat was tijdens de tocht natuurlijk onmogelijk. Voor de lammetjes, maar ook voor ons. Gelukkig zijn we vanmorgen eerst bij Hilde thuis geweest. Genoeg verhalen en mooie plaatjes, zoals de stoel bij de kachel met de bonte vacht. Het (lievelings)schaap is er niet meer, maar de vacht houdt Hilde nog heerlijk warm.

Het lievelingsschaap van Hilde heeft haar een mooie gevilte (niet gevilde) vacht nagelaten.
Het lievelingsschaap van Hilde heeft haar een mooie gevilte (niet gevilde) vacht nagelaten.

Dit is een verhaal uit het boek ‘Waar lopen de schapen?’ met foto’s van Suze Vonk.
Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen’

Bergschaap

IMG_0472.JPG
Nederland mag dan de naam hebben een plat landje te zijn, er zijn ook echt heel steile hellingen waar gras op groeit. Bijvoorbeeld in Fort Sabina bij Oude Molen in Brabant. Schapen kunnen dat heel goed, op steile hellingen grazen. Dankzij hun lichte gewicht trappen ze niets kapot. Je kunt ze echter niet zomaar los laten lopen op het terrein van een fort. Ten eerste omdat er ook veel mensen lopen. De oude forten zijn toeristische trekpleisters. Er is van alles te doen: wandelen, lunchen, genieten van openluchtvoorstellingen of kunst maken. Schapen zijn dan niet altijd op alle plekken welkom. Op fort Sabina zijn er ook nog eens unieke schrale stukjes. Het hondskruid bloeit er. Een zeldzame orchidee van de rode lijst. Schapen mogen daar pas na de bloei en zaadvorming langskomen.

Op zo’n bijzondere plek is een unieke samenwerking tussen herder en gemeente ontstaan. De gemeente Moerdijk is verantwoordelijk voor het beheer van het groen van het fort Sabina en heeft daar een werkgelegenheidsproject (WGP) van gemaakt. Langdurig werklozen maaien met de bosmaaier het groen plat op plekken waar de schapen niet komen. Sinds juli 2014 zijn het de schapen van John van Driel die het fort begrazen. De mannen worden ingezet om de herder te ontlasten. Zij vinden het werk ineens een stuk leuker dankzij de afwisseling. Natuurlijk maaien ze nog steeds met de bosmaaier de moeilijke stukjes. Maar ze doen nu veel meer. Ze helpen om de netten te zetten en de schapen te verplaatsen. Ze maaien op alle plekken waar de netten komen te staan in heel Moerdijk, bijvoorbeeld in het vestingstadje Willemstad en mogen dus ook met hun bus op stap.

Natuurlijk heeft het bij de start veel tijd gekost van John en zijn medewerker Talitha om de mannen in te werken, maar nu bespaart de hulp van de mannen van het WGP ze veel tijd. Bovendien levert het nog meer op. Als je bedenkt dat deze mensen heel veel tegenslag hebben gehad in hun leven en moeilijk weer aan het werk komen, is het bijzonder dat de mannen echt van dit werk genieten. Het werkt blijkbaar dat hun bijdrage wordt gewaardeerd, want ze voelen zich echt verantwoordelijk voor hun werk en denken zelfs mee met de planning. De herders zijn terecht trots op dit project. Stiekem denk ik dat ook de schapen daar een bijdrage aanleveren. Wie wordt er niet vrolijk van een kudde schapen om je heen? Daar wordt je vanzelf rustig van. Geloof je dat niet? Loop dan maar eens mee met een herder. Of geniet van het filmpje van de wandeling van de Tahlita met de kudde van Klundert naar Willemstad.

Dit is een verhaal uit het boek ‘Waar lopen de schapen?’ met foto’s van Suze Vonk.
Bestel (en koop) het boek ‘Waar lopen de schapen’

Luister je liever? Dat kan ook. Klik op het pijltje.

IMG_0474.JPG